Op zoek naar een nieuwe locatie om een nieuwe stip op mijn voordrachtlandschap te zetten belandden mijn trouwe assistente met mij in het landelijke Hombeek. Daar werden we reeds aan de deur opgewacht door een verwelkomingscomité.
Het was een gezellige oude kroeg of clubhuis geworden; dan wel omgetoverd van een grote groente en fruit verkoop. Tussen pot en pint of cola krabbelde een kinderhand in een doosje naar een poëet. Zo konden we ieder twee maal voordragen. Ik was alweer onstuimig; mijn poëzie leeft met mij mee!